Situatie I: Gedeelde lijn voor gesprekken/fax met antwoordapparaat
4. Verbind de DSL-filter met de parallelle splitter.
5. Verbind de DSL-modem met de parallelle splitter.
6. Verbind de parallelle splitter met de wandcontactdoos.
7. Voer een faxtest uit.
Wanneer de telefoon overgaat, antwoordt de printer automatisch na het aantal belsignalen dat u
hebt ingesteld met de instelling Hoe vaak overgaan. De printer begint tonen voor het ontvangen
van een fax uit te zenden naar het verzendende faxapparaat en ontvangt de fax.
Als u problemen heeft met het installeren van extra apparatuur op de printer, neem dan contact
op met uw lokale serviceprovider of verkoper voor hulp.
Situatie I: Gedeelde lijn voor gesprekken/fax met antwoordapparaat
Als u op hetzelfde telefoonnummer zowel gespreks- als faxoproepen ontvangt en u ook een
antwoordapparaat gebruikt dat gespreksoproepen beantwoordt op dit telefoonnummer, stelt u de
printer in zoals in dit deel wordt beschreven.
Achteraanzicht van de printer
1
2
3
4
Bijlage C
194
Bijkomende faxinstallatie
1
Telefoonaansluiting op de wand
2
Met het bijgeleverde telefoonsnoer verbindt u de 1-LINE-poort aan de
achterzijde van de printer
U moet mogelijk het bijgeleverde telefoonsnoer aansluiten op de adapter
voor uw land/regio.
3
Antwoordapparaat
4
Telefoon (optioneel)
De printer instellen met een gedeelde spraak- en faxlijn met antwoordapparaat
1. Verwijder de witte plug van de 2-EXT-poort achter op de printer.
2. Koppel het antwoordapparaat los van de telefoonaansluiting en sluit het aan op de poort met
het label 2-EXT achter op de printer.
Opmerking Als u het antwoordapparaat niet rechtstreeks op de printer aansluit, worden
de faxtonen van een faxapparaat dat een fax verzendt, mogelijk opgenomen door het
antwoordapparaat en kunt u mogelijk geen faxberichten ontvangen met de printer.
3. Sluit het ene uiteinde van het meegeleverde telefoonsnoer aan op de telefoonaansluiting op
de wand en het andere uiteinde op de poort 1-LINE aan de achterkant van de printer.
Opmerking U moet mogelijk het bijgeleverde telefoonsnoer aansluiten op de adapter
voor uw land/regio.
Als u het meegeleverde telefoonsnoer niet gebruikt om de printer op de
telefoonaansluiting aan te sluiten, kunt u waarschijnlijk niet goed faxen. Dit speciale
telefoonsnoer verschilt van de telefoonsnoeren die u mogelijk thuis of op kantoor gebruikt.
4. (Optioneel) Als het antwoordapparaat niet is uitgerust met een ingebouwde telefoon, kunt u
voor uw gemak een telefoon op de "OUT"-poort aan de achterkant van het antwoordapparaat
aansluiten.
Opmerking Als u geen externe telefoon kunt aansluiten op uw antwoordapparaat, kunt
u een parallelle splitter (of verdeelstekker) aanschaffen. Hiermee kunnen zowel het
antwoordapparaat als de telefoon op de printer worden aangesloten. Voor deze
verbindingen kunt u standaard telefoonsnoeren gebruiken.
5. Zet de Automatisch antwoorden-instelling aan.
6. Stel het antwoordapparaat in op beantwoorden na een klein aantal belsignalen.
7. Wijzig de instelling voor Hoe vaak overgaan op de printer in het maximale aantal dat voor de
printer mogelijk is. (Het maximum aantal belsignalen varieert per land/regio.)
8. Voer een faxtest uit.
Als de telefoon overgaat, beantwoordt het antwoordapparaat de oproep na het ingestelde aantal
belsignalen. De door u ingesproken tekst wordt afgespeeld. De printer controleert ondertussen de
telefoonlijn en "luistert" of er in de oproep ook faxtonen te horen zijn. Indien inkomende faxtonen
worden gedetecteerd, geeft de printer tonen voor faxontvangst af en wordt de fax ontvangen. Als
er geen faxtonen zijn, stopt de printer met het bewaken van de lijn en kan uw antwoordapparaat
een bericht opnemen.
Als u problemen heeft met het installeren van extra apparatuur op de printer, neem dan contact
op met uw lokale serviceprovider of verkoper voor hulp.
Faxen instellen (parallelle telefoonsystemen)
195